Bij Heide van Anna Ouderenzorg gaan zorg en welzijn hand in hand

Bij Anna Ouderenzorg draait alles om de bewoner, met zorg op maat en sociotherapeutische leefsferen. Bovendien zorgt slimme zorgtechnologie ervoor dat bewoners zich vrij kunnen bewegen binnen ruime leefcirkels. Welkom bij Heide van Anna, waar zorg en welzijn hand in hand gaan.

Jasja Oosterhof, psycholoog, en Yvonne de Vet, manager begane grond van Heide, vertellen over de ontwikkeling naar en hun ervaringen met de leefsferen dit afgelopen jaar.

Voordelen van sociotherapeutische leefsferen

Jasja trapt af: “Met de start van de nieuwbouw, zagen we de voordelen van het werken met sociotherapeutische leefsferen voor zowel cliënten als medewerkers. Dit leek het perfecte moment om op een andere manier te gaan werken. Zo begon het ‘plantje’ rondom de nieuwbouw te groeien. Het is cruciaal om medewerkers actief te betrekken en mee te laten denken over veranderende werkwijzen. We hebben geprobeerd de sociotherapeutische leefsferen visueel te maken, omdat er te veel en te complexe informatie over beschikbaar was. Tijdens informatiebijeenkomsten hebben we de nieuwe aanpak uitgelegd en het uitgetekend als een soort dorpje met verschillende leefsferen. Het is overigens niet zo dat je het neerzet en klaar bent; je moet het gesprek over de leefsferen blijven voeren, bijvoorbeeld tijdens coaching.
We hebben hetzelfde gesprek gevoerd met mantelzorgers, waarbij de leefsferen centraal staan tijdens bijvoorbeeld familieavonden. Dit kan soms ingewikkeld zijn, vooral als familieleden zien dat in de ene leefsfeer familie wel altijd samen in de huiskamer kan zijn en in de andere niet. Het is belangrijk om voortdurend in gesprek te blijven met alle betrokkenen en de focus op de visie te houden. Dit blijft een continu proces, vooral met nieuwe medewerkers en nieuwe bewoners met verschillende behoeften. Mensen die de visie omarmen en met enthousiasme oppakken, zijn essentieel.”

Drie leefsferen

Sinds juni vorig jaar werkt Anna Ouderenzorg Heide concreet met drie leefsferen: beschermend (rust en kalmte, geen behoefte aan een groep), stimulerend (behoefte aan prikkels en gezamenlijkheid, veel houvast ervaren aan de groep), en structurerend (meer op zichzelf, behoefte aan eigen structuur en kaders). Yvonne licht toe: “De huiskamer van de bewoner bepaalt de leefsfeer, terwijl andere ruimtes zoals gangen leefsfeerneutraal zijn. De bewoners kunnen zijn waar zij zich prettig voelen. Je probeert een bewoner natuurlijk gelijk op de juiste plek te plaatsen. Dit kan soms problemen geven als een appartement of slaapkamer bij een andere leefsfeer is gepositioneerd. We proberen direct in te spelen op de behoeften van de bewoners en daarmee te voorkomen dat iemand bijvoorbeeld moet verhuizen. Hoewel iedere huiskamer een andere sfeer heeft, wat soms ook verwarrend kan zijn, voelen bewoners zich over het algemeen comfortabel.” Jasja vult aan: “Ook medewerkers mogen kiezen in welke leefsfeer zij zich het meest prettig en op hun plaats voelen. Na een jaar zien we dat bewoners houvast vinden in hun eigen leefsfeer. Medewerkers waarderen de kaders en kunnen vanuit hun kracht en kwaliteit werken, wat bijdraagt aan hun werkgeluk.”

Continu evalueren en bespreken

Yvonne sluit af: “We evalueren regelmatig en bespreken of wisselingen mogelijk zijn. De leefsferen worden geïntegreerd in ieder intern overleg. Over het algemeen vinden we de ontwikkeling die we het afgelopen jaar hebben doorgemaakt positief. De basis is goed, maar er is nog ruimte voor verbetering. We willen ook andere ‘smaken’ ontwikkelen binnen de organisatie en onze visie verder vormgeven. We zijn blij met wat we hebben bereikt.
Wat betreft slimme technologie; ons gebouw is uitgerust met de nieuwste technologie, zoals smart-sensoring. Het is mooi om te zien hoeveel mogelijkheden dit soort slimme technologieën bieden. We verwachten dat we daar nog veel meer uit kunnen halen. Deze zorgtechnologie is een interessante ontwikkeling die losstaat van de leefsferen, maar wel iets om mee te nemen in onze visie, om toekomstbestendig te zijn en te blijven.”